Geschiedenis

Stichting Koninklijke Sint-Sebastiaansgilde in 1688
We kunnen moeilijk aannemen dat de gildebroeders in een zo kleine gemeenschap als Vlimmeren, dienden om in oorlogstijd bescherming of hulp te bieden aan de overige dorpsbewoners. Wel geloven wij dat de gilde optrad om have en goed van de dorpsgenoten te beschutten en te verdedigen tegen benden, plunderaars en wilde dieren, o.a. wolven. We mogen stellen dat het hoofddoel van onze plaatselijke gilde was: broederschap en vriendschap voor mekaar. Zij moesten in een kleine dorpsgemeenschap overleven zonder veel comfort. Zij waren dus zeer afhankelijk van mekaar. Er was geen OCMW, geen dop, geen ziekenkas, geen pensioen. Men was zo dikwijls afhankelijk van anderen om te helpen op het veld, bij ziekte of tegenslag. Er was nog geen industrie in onze arme kempen, men was dus voornamelijk op de landbouw aangewezen. In Vlimmeren ontstaat de Sint-Sebastiaansgilde in 1688. Dit kon ook moeilijk vroeger in dit kleine dorp, want hier woonden amper mensen.

1587
Samen met Wechelderzande telde Vlimmeren nog slechts 40 inwoners,
als gevolg van de besmettelijke ziekte, de pest.

1755
Zonder Wechelderzande telde Vlimmeren 36 gezinnen of 174 inwoners.

1815
Na de Franse revolutie telde Vlimmeren 210 inwoners.

1830
Bij de Belgische onafhankelijkheid heeft Vlimmeren 246 inwoners.
Er was een kerk, een school, 21 woningen en 27 boerderijen.

1840
293 inwoners.

1859
404 inwoners.

1870
400 inwoners.

1900
475 inwoners.

1903
500 inwoners.

De hoofdgilde van Leuven overhandigde aan Sint-Sebastiaan Vlimmeren een reglement of ”de Caerte”. Hierin werden zowel het lidmaatschap, het schieten naar de wip, als de kerkelijke verplichtingen bij overlijden omschreven. De oude ”Caerte” van 1688 was op papier gedrukt, en is verloren gegaan. Echter, het oude gildenboek met een eerste inschrijving in 1698 is nog in ons bezit.

Niet iedereen kon zomaar toetreden tot een gilde. Het was de traditie dat men eerst een jaar op proef aan de aktiviteiten mocht meedoen. Daarna werd men door al de gildebroeders ingekozen. In het gildewezen is het een traditie dat men hiervoor kan stemmen met erwten en bonen. Immers, niet iedereen kon lezen of schrijven, doch men kende wel het verschil tussen erwten en bonen. Wanneer men vóór iemand stemde, gaf men een boon, was men tegen iemand, dan gaf men een erwt. Vandaar het gezegde: ”Ik heb een boontje voor iemand.” Niet zomaar iedereen werd aangenomen, men lette er wel op dat alle leden van goede afkomst waren, christelijk, eerbaar en dienstbaar. Ook nu nog stemmen de gildebroeders en gildezusters met erwten en bonen. Hierdoor wil men de oude tradities bewaren en in stand houden.

Rond 1960 stierf de aktiviteit van de gilde in Vlimmeren uit, nog slechts enkele leden werden steeds ouder, tot in 1986 de gilde terug heropgericht werd. Thans in 2011 heeft de vereniging 60 leden in gildekledij. Het is de oude kempische klederdracht, met een blauwe boerenkiel, de rode zakdoek, en als hoofddeksel een faas. De gildezusters dragen lange zwarte rokken, en de witte kanten kempische muts is een overblijfsel van onze voorouders.

In de provincie Antwerpen zijn nog 71 gilden actief, met samen 3800 gildeleden. In Brabant tellen wij 18 gilden, en in Belgisch- en Nederlands Limburg 173 gilden met ongeveer 10.000 leden. In Nederland, voornamelijk in Noord Brabant tellen wij nog 125 gilden, hier in kleurrijke klederdrachten.

Geef een reactie