Na 22 jaar afscheid van hoofdman Jan Oostvogels: 1985-2007

oostvogelsjan

Meer dan 200 jaar lang – sinds 1688 – was de Sint-Sebastiaansgilde de enige vereniging in Vlimmeren. Een historiek van deze vereniging werd beschreven door Florent Bosch in het 7e jaarboek van heemkundige Kring De Vlierbes (1985 pagina 86 t/m 125). Het is een boeiende weergave van het Vlimmerse dorpsleven door de eeuwen heen, waar de gilde verstrooiing bracht bij de komst van de bisschop, of bij het bezoek van graaf De Pester, toen hij de Vlimmerse kerktoren liet bouwen in 1770. ‘Schieten en gieten’ zei men wel eens van de gildenleden, maar wat wil je als er maar één vereniging is in het dorp.

In de 20e eeuw kreeg de gilde het moeilijk om te overleven. In 1907 ontstond de schutters-vereniging ‘Moed en Volharding’, wellicht uit de toenmalige Sint-Sebastiaansgilde. In het oude gildenboek vinden wij de laatste inschrijvingen in 1938. Toch staat de gilde nog vermeld op het programma van de stoet van pastoor J. Derboven (1950), en de stoet van de 100-jarige Carolina Vosters (1958). De gilde was slapende, en ontwaakte terug in 1985.

Onder impuls van enkelen, waaronder Jan Oostvogels herrees de gilde in het Vlimmerse verenigingsleven. Als voorzitter van de Heemkundige Kring De vlierbes, en als medestichter van Heemkundig Museum Tempelhof, werd eindelijk ook het Vlimmers erfgoed opgegraven. Het werden 22 zeer succesvolle jaren voor Vlimmeren. Tal van overwinningen bij de boogschutters, en tientallen dansoptredens van in de Koningin Elisabethzaal te Antwerpen tot zelfs in het openluchtmuseum van Bokrijk brachten Vlimmeren aan de top van het gildenwezen.

Vijf jaar was Jan Oostvogels Wethouder in de Hoge Gildenraad der Kempen, deels als penningmeester, deels als houder van het 16e Landjuweel. Niet zonder reden kwam er in Vlimmeren een gildenwijk, met straatnamen als Gildestraat, Boogstraat, Vendelierstraat, Tamboerstraat, Schuttersstraat, Knaapstraat en Landjuweel. Mede door het advies van de hoofdman Jan Oostvogels blijven deze straatnamen in Vlimmeren herinneren aan de oudste vereniging van het dorp: de Koninklijke Sint-Sebastiaansgilde.

Tussen 1986 en 2007 werd het gildenpatrimonium verrijkt en uitgebreid met twee vlaggen, een beeld, een blazoen, een trommel en een zilveren keizersbreuk, stuk voor stuk kunstwerken die eerste prijzen wegkaapten tijdens de keuringsdagen. Zij maken deel uit van Vlimmers erfgoed dat moet bewaard blijven, als getuige van het rijke gildenleven ook in het kleine Vlimmeren.

Is het toeval dat de 16de hoofdman van de gilde ook het 16de Landjuweel heeft gewonnen?

Neen, stuk voor stuk schreven ook onderstaande hoofdmannen een stukje geschiedenis in Vlimmeren, als deel van een dorpsgemeenschap, met veel verantwoordelijkheidszin. Een nieuwe hoofdman zal deze traditie verder zetten, want gildenleven is erfgoed dat ook na 320 jaar niet mag verloren gaan.

Geef een reactie